Is moeder zijn nooit meer jarig zijn?
Het is mijn verjaardag vandaag en ik ben 38 weken zwanger. Alles draait vanzelfsprekend om de baby, zijn komst, zijn toekomst, zijn kamer, het beste voor hem. En, needles to say, ik ben nu al dol op hem, mijn kleintje, ons kleintje. Ons eerste kind. Ik sta te popelen om hem te ontmoeten...
Nou ja, ‘sta’... eerlijk gezegd kán ik helemaal niet staan (of zitten, of liggen, of lopen). “Lekker vroeg ingedaald”, hoor ik de verloskundige nog zeggen. Nou, fijn zeg! Sinds de 30ste week waggel ik al als een gestrande walvis die terug naar ‘t water wil. Om maar niet te beginnen over hoe zwaar die buik is voor mijn bekken, mijn rug, mijn buik, mijn benen. “Maar kom kom, straks is het ‘t allemaal waard geweest”, drukt iedereen me op het hart. Ik geloof oprecht dat dit waar is.
Toch, nu voelt het nog even niet zo. Popelen om hem te ontmoeten? Absoluut! Maar stiekem soms toch ook even niet. Want wat zou ik graag nog even rust willen! Rust voor mij! Me-time! En hoe meer ik met mensen praat en hoe meer ik lees, hoe minder zin ik heb in ‘erna’. In de borstontstekingen, bloedende onderkanten, helende lichaamsdelen, een week niet uit bed mogen, de kraamvisite die niet weg wil en niet te vergeten: nóg meer slapeloze nachten.
Ik ben in dubio: kijk ik ernaar uit of kijk ik er tegenop? Dit is waar ik over nadenk op mijn verjaardag. Hoe kan het ook anders. Ieder felicitatiebericht eindigt immers met “en, is-ie er al?” Ik besef dat ik nu al moeder ben. Dat niets nooit meer om mij zal gaan. Dat ook op mijn verjaardag de wereld om mijn ‘nog ongeboren’ zoon draait. En ik geef eraan toe. Dan maar kleertjes wassen, antwoorden geven als: “Haha, nee maar hij hikt wel”, lachen en wegdromen van een rustige strandvakantie met een glas wijn en een goed boek in mijn strakke bikini, die nooit meer zal komen… Ach, zolang het ‘t allemaal maar waard is.